Smeedwerk

Matrijs Smeedwerk

Bij deze methode wordt een vooraf afgepaste hoeveelheid staal verhit tot een kersrode temperatuur bereikt is. Dit blok staal wordt in een tweedelige matrijs gelegd, die vervolgens onder hoge druk sluit en het staal daardoor vormt. De structuurlijnen van het resulterende materiaal gaan de vorm volgen (in tegenstelling tot gietwerk, dat amorf is), wat de mechanische eigenschappen van het product ten goede komt. Producten die onder hoge belasting moeten functioneren worden dan ook vaak gesmeed.

Smeedwerk is qua kosten vergelijkbaar of zelfs goedkoper dan gieten, maar heeft als nadeel veel ruimere toleranties, en veel vormen zijn moeilijker om te smeden dan om te gieten, wat weer hoge kosten in nabewerking kan opleveren. Het doorsnijden van de geordende structuurlijnen bij nabewerking kan bovendien de voordelen van smeden weer teniet doen.

Perswerk

Bij perswerk wordt een hoeveelheid materiaal afgezaagd (meestal zachte materialen zoals koper of messing) en verhit tot een “kneedbare” temperatuur. Dit blokje wordt vervolgens in één klap door een stalen geharde matrijs in model geslagen. Zo worden bijvoorbeeld messing koppelingen voor de waterleiding gemaakt. Het is een relatief goedkoop productieproces, afhankelijk van het gebruikte materiaal. Een nadeel is dat holle vormen niet mogelijk zijn, en holtes dus nadien machinaal geproduceerd moeten worden.

Vrije vorm smeedwerk

Hierbij wordt een afgepast blok staal verhit en op een geharde stalen onderplaat geplaatst. Een mechanische hamer slaat vervolgens met een vooraf gecalculeerde kracht op een bepaalde plaats. Een geschoolde arbeider draait met een tang het werkstuk, zodat de klap op de juiste locatie terecht komt. Hier komt veel vakmanschap bij kijken, en het is een vrij dure productiewijze. Het wordt dan ook vooral toegepast bij kleine oplages, maar komt bijna niet voor.